Avondvierdaagse inclusief mij

28 mei 2018 – Suzanne van den Bercken

Introductie

VN-Ambassadeur Suzanne van den Bercken schrijft regelmatig blogs voor de Coalitie voor Inclusie. In deze blog lees je hoe Suzanne, die blind is en M.E. heeft, met haar gezin de avondvierdaagse beleeft.

Inclusie gaat niet alleen over goede wet- en regelgeving. Het gaat – wat mij betreft nog veel meer – over échte aandacht voor elkaar. Dat klinkt groot. Eigenlijk gaat het over hele kleine dingen. Zoals dit.

Avondvierdaagse

Vorig jaar liep ik alle avonden met mijn zoon de avondvierdaagse. Dit jaar liet mijn lijf me in de steek. We verdeelden de dagen. Pappa liep op dag 1 en 3 en ik op dag 2 en 4 mee. En hoe graag ik dat ook wilde, mijn lijf kon het niet die vierde dag. Het was zelfs de vraag of ik het trok om aan het einde mijn zoon met een dikke knuffel en natuurlijk snoep op te wachten.

Oplossingen

Wij leven in de overtuiging dat voor elk probleem een oplossing te vinden is. Dus we bleven opties verkennen. De teleurstelling van onze kleuter verdween als sneeuw voor de zon toen ik beloofde er samen met onze Onca, mijn blindengeleidehond, te staan: “Er is vast niemand die door zo’n lieve hond wordt opgewacht,” zei hij trots. Na het nodige puzzelen vonden we een plekje waar de drukte waarschijnlijk mee zou vallen, dat ik kon bereiken en waar de mannen mij niet over het hoofd zouden kunnen zien. De laatste 10 minuten zouden we samen als gezin de tocht uitlopen.

Langs de kant

En daar sta je dan. Midden in het rumoer voelde ik me intens eenzaam. Niemand die wist dat ik hier niet wilde staan, maar daar had willen lopen. Niemand die wist, dat ik morgen de rekening betaal voor het overschrijden van mijn grenzen op dit moment. Er waren zeker weten blije kindergezichten en vast ook bekenden, maar alles trok ongezien aan me voorbij. Keer op keer vertelde ik mezelf dat dat rotgevoel zo weg zou zijn als twee vertrouwde armpjes om me heen geslagen werden en het snoep uit mijn handen werd getrokken. Dat is het allemaal waard.

Hey Hallo

Ik sloot me zo goed mogelijk af van alles dat pijn doet. Het is een tactiek die werkt: je terugtrekken in je eigen cocon tot die ene prikkel, die je er uit haalt, zich aandient. “Hey Suzanne, ik ben het Marijke,” een buurvrouw stapt uit de rij en raakt me even aan. Ze is ook zo weer weg achter haar eigen dochter aan. Weg eenzaamheid; iemand heeft me gezien. Er volgen nog wat mensen, die hallo roepen, maar helaas niet zeggen wie ze zijn. Toch doet het goed. Ik word opgemerkt. Ik voel verbonden met mensen om me heen; zelfs al weet ik niet precies wie ze zijn.

Dikke knuffel

“Hoi Suzan, ze komen er aan. Ze lopen vlak achter ons,” roept iemand. En dan… Twee handjes om de mijne, die me meetrekken de lange stoet in. Eigenlijk wil hij niet stoppen om de chocolade medaille om zijn nek te hangen: “Kom mamma we zijn er bijna”.

Verbonden

Die buurvrouw veegde met haar kleine gebaar het rotgevoel van een lange avond weg. Die moeders uit de klas van mijn kind hielden me bij de les. En tenslotte dat kleine, grote jongetje dat met mij lopen belangrijker vindt dan het snoep. Dat maakt dat ik verbonden ben met de mensen om me heen. Dat maakt dat ik mee kan doen, dat ik mee wil doen, dat ik mee doe. Dat is pas écht inclusie.

Wat geeft jou het gevoel deel uit te maken van een inclusieve samenleving? Deel jouw ervaring op het VN Vertelpunt. Zo inspireer je anderen en maken we samen onze wereld steeds een beetje meer van iedereen.