Artikel 30: Deelname aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport

Het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap is inmiddels bijna een jaar van kracht in Nederland. Het verdrag verplicht de overheid en de samenleving ervoor te zorgen dat mensen met een beperking vanzelfsprekend mee kunnen doen in de samenleving. Net zoals ieder ander mens. Het verdrag roept op tot gelijkwaardigheid en non-discriminatie, maar ook tot respect, het vieren van diversiteit en het op alle terreinen betrekken van ervaringsdeskundigen. Verder roept het verdrag in artikel 8 iedereen op tot het bevorderen van het bewustzijn over de inhoud van het VN-verdrag, zodat de rechten van mensen met een beperking geëerbiedigd en waargemaakt worden.

In deze blog staat artikel 30 van het VN-verdrag centraal: Deelname aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport.

Inhoud artikel 30

Artikel 30 van het VN-verdrag gaat over deelname aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport. Het gaat hierbij om een brede invalshoek rondom cultuur, recreatie, vrije tijd en sport. Maar denk ook aan toerisme, televisie, bibliotheken, monumenten of festivals. Allemaal heel belangrijke zaken in het leven van mensen. Belangrijk om je te kunnen ontwikkelen, om je vrije tijd door te brengen en om dingen te kunnen ondernemen met je familie en vrienden.

Toegankelijkheid

Uiteraard besteedt het verdrag aandacht aan de fysieke toegankelijkheid van onder andere sportlocaties, musea, theaters, verenigingen, bioscopen, monumenten en toeristische attracties. Mensen met een beperking moeten immers gewoon met hun vrienden en familie hun vrije tijd door kunnen brengen waar zij willen. En op voet van gelijkwaardigheid mee kunnen doen.

Informatie en diensten

Maar het verdrag zegt meer. Het gaat er ook om dat je op dezelfde manier als anderen toegang hebt tot informatie over de verschillende activiteiten. Dat betekent dat de informatie begrijpelijk en toegankelijk moet zijn voor specifieke doelgroepen. Misschien nog wel belangrijker is, dat wat er getoond of gedaan wordt, bijvoorbeeld een televisieprogramma, film of festival, ook in de uitvoering toegankelijk is. Dat betekent dat er op allerlei manieren voor gezorgd moet worden dat iedereen mee kan doen. Denk bijvoorbeeld aan ondertiteling voor doven en slechthorenden of audiodescriptie voor blinden.

Meedoen

Niet alleen toegang en informatie is belangrijk, uiteindelijk gaat het om meedoen. Zeker bij sport en verenigingen. Daarom geeft het artikel ook verschillende aanwijzingen aan de overheid om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking kunnen deelnemen op alle niveaus van sport en cultuur en dat er waar nodig handicap specifieke sport- en recreatieactiviteiten georganiseerd worden. Aan kinderen wordt in artikel 30 nog apart aandacht besteed.

Talenten ontwikkelen

Een ander belangrijk punt in dit artikel is dat de overheid ervoor zorgt dat mensen met een beperking hun creatieve, artistieke en intellectuele talenten en interesses kunnen ontwikkelen. Daarbij hebben mensen recht op erkenning en ondersteuning. Niet alleen voor henzelf, maar omdat dat de hele samenleving ten goede komt.

Heleen Hartholt