Wat is het implementatieplan VN-verdrag?

Nu de ratificatie van het Verdrag is afgerond, komt er een implementatiefase. Implementatie staat voor de invoering van een nieuwe standaard of een nieuw beleid. Eind maart 2017 heeft staatssecretaris Van Rijn een Plan van Aanpak voor deze implementatie gepresenteerd. In het plan staat hoe de Rijksoverheid, gemeenten, ondernemers en maatschappelijke organisaties de komende jaren aan de slag gaan om Nederland toegankelijk te maken. Het gehele plan kun je downloaden door hier te klikken. Een samenvatting van het implementatieplan kun je in dit artikel lezen.

Wat is het implementatieplan?

Er is een VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Omdat de naam van dit verdrag erg lang is, zal het hierna ‘het Verdrag’ genoemd worden. Dit Verdrag is in NL op 14 Juli 2016 van kracht geworden, of met andere woorden: geratificeerd.

Nu de ratificatie van het Verdrag is afgerond, komt er een implementatiefase. Implementatie staat voor de invoering van een nieuwe standaard of een nieuw beleid.

Eind maart 2017 heeft staatssecretaris Van Rijn een Plan van Aanpak voor deze implementatie gepresenteerd. In het plan staat hoe de Rijksoverheid, gemeenten, ondernemers en maatschappelijke organisaties de komende jaren aan de slag gaan om Nederland toegankelijk te maken.

Een gezamenlijke aanpak

Het Plan van Aanpak beschrijft de gezamenlijke aanpak van de Staat en bestuurlijke partners. Deze bestuurlijke partners zijn:

  • de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) – namens gemeenten,
  • Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland – namens ondernemers en werkgevers en
  • de Alliantie – namens diverse vertegenwoordigende organisaties voor mensen met een beperking en chronische ziekte.

Onderdelen van het implementatieplan

Het implementatieplan bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen worden sporen genoemd en worden hieronder beschreven.

Spoor 1 – Participatie
Dit gaat om de inzet en beloning van ervaringsdeskundigheid.
De Alliantie is verantwoordelijk voor dit spoor.
Over dit spoor lees je verderop meer.

Spoor 2 – Lokaal
Dit gaat om de lokale inclusie agenda in alle gemeenten.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is verantwoordelijk voor dit spoor.
Onder aanvoering van de VNG gaan groepen gemeenten aan de slag met de lokale inclusie agenda. Het gaat hierbij vooral om een goede invulling en structurele inbedding per gemeente. De kwaliteit is dus belangrijker dan het aantal gemeenten die hier direct mee aan de slag gaat. De VNG biedt daarom de ondersteuning aan gemeenten via 2 programma’s: een koploperprogramma en een basisprogramma.

Spoor 3 – Goederen en diensten
Dit gaat om een aanpak per bedrijfstak.
Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn verantwoordelijk voor dit spoor.
Zij gaan voor alle sectoren en bedrijfstakken plannen maken hoe te komen tot toegankelijkheid.
Wat zij direct aan acties kunnen doen om hun diensten en producten toegankelijk te maken en wat zij op de lange termijn kunnen doen. Zij gaan van start met detailhandel, webwinkels en horeca. En met een aantal lokale toegankelijkheidstrajecten.

Spoor 4 – Rijk als organisatie
Dit gaat om Het Rijk als organisatie en werkgever. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het banenplan, de digitalisering en de overheidscommunicatie.
Het Ministerie van VWS treedt op als coördinerend ministerie voor dit spoor.

Spoor 5 – Rijk als beleidsmaker
Dit gaat over de beleidsterreinen binnen alle ministeries. Alle ministeries zijn hier bij betrokken. Al het beleid dat zij maken moet VN-proof zijn en samenhangen. Dat noemen ze het mainstreamen van beleid. Voorbeeld: aan de ene kant verplicht het beleid nog niet dat er alleen nog maar toegankelijke woningen worden gebouwd, maar verplicht de andere kant ons al wel dat we langer zelfstandig thuis moeten wonen. Een ander voorbeeld is het sluiten van de sociale werkplaatsen, zonder vervangend werk.
Het Ministerie van VWS treedt op als coördinerend ministerie voor dit spoor.

Ervaringsdeskundigheid een randvoorwaarde

De concrete invulling van de sporen wordt grotendeels aan de verantwoordelijken binnen die sporen overgelaten. Maar in alle sporen staat 1 ding centraal: het principe ‘Niets over ons, zonder ons’. Dat wil zeggen dat mensen met een beperking in hun rol als burger, consument en belanghebbende actiefbetrokken worden bij de totstandkoming van beleid.

Door spoor 1 wordt de inzet van ervaringsdeskundigheid gefaciliteerd. Ook worden hiervoor in spoor 1 methodes en netwerken ontwikkeld en beschikbaar gesteld.

Spoor 1: Het inzetten van ervaringsdeskundigheid

Iedereen die zich betrokken voelt bij de Coalitie voor Inclusie vindt het belangrijk dat ervaringsdeskundigheid vaker ingezet gaat worden. Sterker nog: wij vinden dat er helemaal geen beslissingen genomen mogen worden over mensen met een beperking zonder dat aan hen is gevraagd wat zij er zelf van vinden. ‘Niets over ons, zonder ons’ noemen we dat.

Om dit te bevorderen voeren wij de komende twee jaar, samen met de Alliantie, verschillende activiteiten uit. Zodat het straks vanzelfsprekend is dat ervaringsdeskundigen vanaf de start worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid van overheden, instellingen en organisaties.

Het is ons nu gelukt om participatie en ervaringsdeskundigheid op de agenda te zetten en als zelfstandig spoor te verankeren. Maar het vormgeven van de structurele inzet van ervaringsdeskundigheid is geen gemakkelijke klus. Er is nog veel te doen. Zowel qua algemene bewustwording als de ondersteuning van ervaringsdeskundigen én organisaties. Maar ook praktische zaken als het uitwerken van een beloningsstructuur is hierin belangrijk.

Het wordt nu aan beide kanten ook minder ‘vrijblijvend’: ervaringsdeskundigen moeten hun kennis verbreden met kennis over het Verdrag en algemene kennis die daarbij hoort, zowel inhoudelijk als strategisch, en ook wat betreft het samenwerken in zijn geheel. En de organisaties moeten zich verdiepen in de wijze waarop zij de ervaringsdeskundigheid het beste kunnen benutten en wat daarvoor nodig is, zowel qua kennis als qua aanpassing en ondersteuning om belemmeringen op te heffen.

Duidelijk is al dat de overige sporen niet meer om de inzet van ervaringsdeskundigen heen kunnen en dat de Alliantie hen hierbij gaat helpen. Maar de overige activiteiten voor de uitvoering van Spoor 1 worden nog nader uitgewerkt.