Met de loopfiets uit de tram gestuurd

Onlangs wilde ik in Rotterdam-Zuid bij de halte Vuurplaat instappen in tram 25. Ik had mijn loopfiets bij me, die ik nodig heb omdat ik slecht ter been ben. Ik stond net in de tram toen de trambegeleider naar me toekwam. “Dit is geen vouwfiets,” zei hij, “u moet eruit.” De tram bleef bij de halte staan. Ik zei: “Meneer, dit is een loopfiets, die heb ik nodig.” “Ja maar regels zijn regels.” Ik bleef stug staan. De trambegeleider liep toen naar de bestuurder en kwam even later terug met de mededeling dat ik ‘deze ene keer’ wel mee mocht. Ik begreep dat hij zijn gezag wilde handhaven, maar ik had het gevoel dat hij mij niet geloofde.

Ook medereizigers reageren vaak met onbegrip op de loopfiets, vooral als het druk is. Dan lijken ze het maar vervelend te vinden dat ik zo veel ruimte inneem. Net alsof ik er zelf voor heb gekozen. Ik voel me al heel erg ongemakkelijk met mijn loopfiets in het openbaar vervoer en door deze reacties wordt dat gevoel nog versterkt.