Iedereen doet mee! Dat is het uitgangspunt dat ik overal terug hoor als het over het VN-verdrag gaat. Hoe anders was dat voor mij. Ik was net 19 jaar geworden en woonde nog bij mijn ouders. Bij het aanvragen van een invalidenparkeerkaart (ik had net mijn rijbewijs gehaald) werd ik er door een ambtenaar van de gemeente op gewezen dat ik een uitkering kon aanvragen, de AAW. Eigenlijk was ik daar al laat mee. We hadden er geen moment bij stilgestaan dat ik aanspraak zou kunnen maken op een uitkering, ik ging gewoon naar school. Net als de andere kinderen in ons gezin.
Bij de aanvraag van de uitkering moest ik medisch gekeurd worden bij de GMD, een voorloper van het huidige UWV. De arts die ik trof vroeg mij naar mijn toekomst plannen. Die had ik en vertelde ik enthousiast. Ik was bezig met het laatste jaar VWO en wilde gaan studeren. Net als mijn zus en broer. Nederlands recht was het plan. En dat leek me een geweldig plan. Lekker stoer studeren in de ‘grote’ stad. Het avontuur lonkte. Daar dacht de keuringsarts anders over. Hij sprak de woorden: ‘waarom blijf je niet fijn bij je ouders wonen? Je krijgt toch een goede uitkering?’
De rest van het gesprek kan ik me niet herinneren, ik was te zeer geschokt. Mijn moeder vertelde later dat ik helemaal van slag was. Waren mijn toekomstdromen zo onwaarschijnlijk? Was ik een dromer die inderdaad beter thuis kon blijven? Gelukkig heb ik me niet laten weerhouden van mijn toekomstplannen. Ik heb mijn studie rechten afgerond, zelfs nog een jaar in het buitenland gestudeerd en ben bij de rijksoverheid aan de slag gegaan. Daar heb ik flink wat jaren kunnen werken alvorens ik helaas heb moeten afhaken. Werken werd voor mij fysiek te zwaar.
Moraal van dit verhaal? Laten we niet vergeten dat we van ver komen. Van ‘doe nou niet’ naar mee doen of zelfs mee moeten doen is nogal een omslag. Persoonlijk zit ik daar nog steeds van bij te komen. Ik heb zelf enorm moeten knokken om er te komen. ‘Gewoon’ studeren en een baan. Het was geen makkelijke weg.
En nu staat ‘inclusie’ op de agenda. Mijn hoop is dat iedereen de kans krijgt zijn talenten en mogelijkheden te benutten. Daar worden we als samenleving en individu een stuk gelukkiger van. En als dat een beetje normaler wordt en wat makkelijker kan, nou graag.
Noëlle Nefs-Arts